Framed

Als rechtgeaarde Westfries ben ik er best wel een beetje trots op om in de buurt te wonen van een aantal markante persoonlijkheden uit de motorwereld. Wil Hartog uit Abbekerk kennen we natuurlijk allemaal vanwege de race successen die hij behaalde in de jaren zeventig en begin 80. Ik heb hem al een paar keer informeel ontmoet bij onze plaatselijke autospuiterij waar hij regelmatig komt voor onderhoud aan zijn grasdrogers en ander rijdend materieel. Onder het genot van een kop koffie en/of pilsje wordt er dan gediscussieerd over recente ontwikkelingen in de motorsport waarbij hij, net als ik overigens, altijd gelijk wil hebben. Een andere bekende woont slechts op 2 kilometer bij me vandaan en vaak rijd ik daar langs als ik mijn oude 3CL uitlaat. Zo ook op 15 mei jl. echter toen ben ik uit pure nieuwsgierigheid gewoon even naar binnen gelopen bij Nico Bakker met de vraag of ik even mocht rondkijken. Na een kort gesprek liep Nico met me mee naar buiten en moest natuurlijk even naar dat oude beestje kijken. Deze kon de toets der kritiek volgens mij wel verdragen want er werd goedkeurend gemompeld terwijl hij om de fiets heenliep. Pff gelukkig maar, anders durf ik nooit meer bij hem langs te gaan op de motor. De motor was voor hem echter aanleiding om te beginnen over het werk dat hij voor de Aprilia fabriek had verricht. We spraken af om een keer op een zaterdagmorgen hierover dieper op in te gaan.
Uiteindelijk werd het 12 juni dat ik om 10:00 uur binnenstapte bij Nico Bakker framebouw in Heerhugowaard de Noord voor een informeel gesprek en wat technische informatie. Bij binnenkomst zie ik meteen dat dit een Walhalla is voor de techneuten onder ons. Draai- en cnc-freesmachines, zetbanken en nog veel meer mooie apparatuur, om van te watertanden. Wat meteen opvalt is het efficient gebruik van de beschikbare ruimte. De machines staan ogenschijnlijk dicht bij elkaar maar met precies voldoende ruimte eromheen om prettig te kunnen werken. Ach begin jaren zeventig begon ik in een garagebox in Heerhugowaard, dát was pas krap. In 1975 betrok ik het huidige pand aan de Donkere weg en dat was een hele verademing al die ruimte. Op het huidige adres werken gemiddeld zo´n vier man en op zaterdagmorgen helpt tevens de zoon van Nico mee in het bedrijf. Ik kon meteen doorlopen naar Mathijs Borst die buiten lassen, frees- en draaiwerk ook nog met Autocad tekent op de computer. Volgens mij zijn dat meteen zo’n beetje de minimale eisen om bij Nico Bakker te mogen werken ;-). Na wat zoekwerk kwamen de eerste foto’s op het scherm tevoorschijn. En zonder te overdrijven het waren er nogal wat! Omdat er veel aandacht aan styling is besteed tijdens de realisatie zijn van deze details vele foto’s gemaakt. Ten tijde van de introductie was de motor voorzien van een volledige kuip dus het leek me zinvol om zoveel mogelijk naaktfoto’s te scoren. Maar ja, het zijn toch de bedrijfsjuwelen waar je op aast en er wordt daarom ook niet al te scheutig mee gestrooid. Uiteindelijk heeft het bedrijf begin 2001 twee frames gebouwd voor de nieuwe Laverda. Het werd geconstrueerd van molybdeenbuis en het hulpframe van aluminium. Tezamen woog het geheel ongeveer 9 kg.

De opdracht van de fabriek was om veel aandacht aan details te besteden. Een van de voorwaarden was dat er een standaard Aprilia motorblok in moest passen, en er een enkele achterwielophanging in moest komen. Hierdoor werd ter compensatie de uitlaat aan de andere kant gemonteerd. Verder gaf de fabriek Nico de vrije hand in het ontwerp. Elementen waarop Nico hoorbaar trots op is o.a. de Achterbrug en vering, en de speciale olietank die op een heel mooie manier achter het blok gemonteerd zit waardoor het lijkt een geheel te vormen met de rest van het blok. Standaard schijnt de tank er bij het Aprilia blok er maar wat bij te hangen. De vele aparte ontworpen onderdelen hebben geleid tot een zeer aparte look van deze motorfiets. Mijn vermoeden werd door Mathijs bevestigd dat er behoorlijk wat beitels moeten zijn afgesleten voordat al het speciale freeswerk klaar was. Nadat we het fotomateriaal hadden uitgezocht gaf Nico een korte rondleiding door het bedrijf. Op zolder aangekomen viel mijn oog op een meer dan levensgrote computertekening van de SFC inclusief een artist impression van de machine zoals die bij Aprilia was getekend. He da’s flauw Nico, maar ja ook wel weer begrijpelijk dat ik daar nu net geen plaatje van mag maken i.v.m. bedrijfsgeheimen. In een andere ruimte viel mijn oog op een oude en een nieuwe aluminium Laverda-tank waarbij de nieuwe een bijna exacte kopie van het origineel was. Het enige verschil dat ik kon ontdekken was dat de plaatsing van de vuldoppen bij de nieuwe tank duidelijk meer naar achteren stonden. Vermoedelijk om tijdens tanken minder last van de kuipruit te hebben. Ernaast stond ook nog een aangepast frame waarvan het deel waarop de buddyzit hoort te zitten een stuk lager was dan normaal. Dit was wel erg toevallig, je komt kijken naar foto’s van een nieuwe Laverda en wordt vervolgens geconfronteerd met historisch materiaal, vertel op Nico! Het bleek dat het materiaal bestemd was voor Gijs van Dijk die aan een lange afstandsrace mee zou doen in Frankrijk op 11 en 12 juli. De nieuw geklopte tank paste precies over het frame dat hiervoor was meegestuurd. Dus ditmaal eens geen Bakker-frame maar een tank. Het zijn niet alleen fabrieken waarvoor Nico Bakker werkt, ook de particulier kan bij hem terecht. Ik zag o.a. een Harley Davidson SoftTail staan met een handgemaakte enkelzijdige achterbrug waarin een band zat die op een dragster niet zou misstaan. Iets verderop stond een andere motor waarvan de voorpartij stevig onder handen werd genomen.
Op mijn vraag welke motor hijzelf het liefst rijdt is het antwoord natuurlijk eigenbouw. Verder maakt het hem niet zoveel uit wat voor blok eronder hangt. De rondleiding eindigt bij iets wat lijkt op een raceauto helemaal gemaakt uit handgeklopte aluminium delen. Ja we beperken ons niet tot twee wielen grijnst Nico. We maken echt alles, zeg heb jij niet toevallig een Laverda-blok dat in een snel frame moet worden gehangen? Oei hij kan nog gedachten lezen ook! Nadat ik hem bedankt heb voor de gastvrije ontvangst en de mooie foto’s van de SFC neem ik snel afscheid voordat hij de rest van mijn gedachten over die snelle Laverda raadt. Eenmaal thuis gekomen ga ik op onderzoek uit en vindt op het internet een berichtje over de Classic Bol d’Or die op 10 en 11 juli a.s. voor de tweede maal wordt verreden op Magny Cours in Frankrijk. De rijders voor het Van Dijk team zijn de veteranen Harry van de Hout en Henk van de Mark beiden succesvolle endurance-rijders in de zeventiger jaren. Er zal worden gereden op een replica van de 1974 Bol d’Or fabrieks racer die een interessante mix was van de 3C en de SFC. Het 180 graden blok zal o.a. worden voorzien van een speciaal geprepareerde lichte krukas. 36 mm carburateurs, open 3 in 1 megafoon, snaar aangedreven auto-dynamo aan de voorkant van het blok gemonteerd net zoals de originele fabrieksracer. Door deze informatie toch wel nieuwsgierig geworden bel ik met Gijs van Dijk die e.e.a. bevestigd. Nadat ik heb opgehangen mijmer ik nog wat na over dit evenement en besluit uiteindelijk om mijn vakantiebestemming dit jaar enigszins bij te stellen.

Ciao,

Theo